Leveringszekerheid van belangrijke producten is geholpen bij nieuwe methodiek

Sinds de oorlog in Oekraïne en de Covid-crisis buigen overheden en bedrijfsleven in de EU zich meer over de vraag: hoe kunnen we onze economieën indekken tegen abrupte blokkades van producten of grondstoffen die voor ons belangrijk zijn? Het antwoord op die vraag begint bij de feiten. Welke geïmporteerde producten lopen risico, en waarom? TNO Vector ontwierp een nieuwe methodiek om die vraag voor Nederland te beantwoorden. De methodiek biedt een handvat om ons voor te bereiden en eventueel maatregelen te kunnen nemen.

Man staat met tablet tussen containers te werken

Anders dan de gebruikelijke rechttoe-rechtaan analyses van leveranciers en landen van herkomst, duikt TNO Vector dieper in de leveringsketen. In de methodiek zijn niet alleen directe leveranciers van importproducten het onderwerp, maar ook hun toeleveranciers en ook weer de leveranciers daarvan, dus twee niveaus dieper. Logisch, want een breuk in elk van die schakels van de ketting kan de uiteindelijke levering onderbreken. ‘Strategische ketenafhankelijkheid’ heet dat in beleidsjargon. Sinds de tekorten aan mondkapjes, medicijnen en aardgas ontwikkelen zowel de Nederlandse overheid als de EU een aanpak om minder afhankelijk te zijn van en verrast te zijn door leveringsonderbrekingen.

Productieafhankelijkheid in cijfers

TNO Vector vat de risico’s in twee indicatoren. Ten eerste geeft de HHI-indicator (Herfindahl-Hirschman Index) aan hoe geconcentreerd de productie van het importproduct is. Daarnaast is er de WGI-indicator (World Governance Index), ontwikkeld door de Wereldbank om de kwaliteit van het bestuur van een land te weergeven. Hoe die indicatoren samenwerken is gemakkelijk te begrijpen aan de hand van de twee extremen. Als een product of grondstof uit slechts één land komt dat ook nog een wankel regime heeft, is het risico op interrupties (veroorzaakt door beslissingen in de politiek, de logistieke keten of op de bedrijfsvloer ) relatief groot; bij spreiding van productie over een aantal stabiele landen is het risico op interrupties lager en de leveringszekerheid hoger.

“Sommige andere methodieken zijn een stuk ingewikkelder en dus minder goed te begrijpen. Deze twee indicatoren kunnen we bepalen uit openbare data, zijn transparant en herkenbaar voor beleidsmakers en bedrijven. Ze leveren samen een genuanceerde benadering van de risico’s in de ketens.” - Ton Bastein, onderzoeker bij TNO Vector

Risicoanalyse

TNO Vector maakt in haar methodiek ook een kwalitatieve analyse van risico’s: hoe belangrijk zijn de producten, waar worden ze gemaakt en waar komen de grondstoffen vandaan? Onderzoeker en mede-auteur Elmer Rietveld: “Zo’n analyse vereist enige lef, want je moet keuzes maken: welk product doet ertoe, voor welke sector, welke is minder belangrijk, hoe zien die ketens eruit en vooral ook: wat weten we nog niet? Dat is voor de beslissers belangrijk, want die moeten beleid maken of voor hun bedrijf bepalen hoe ze de risico’s gaan verkleinen, bijvoorbeeld door ketens anders te organiseren. Dan moeten ze ook weten hoeveel tijd dat kost, want de doorlooptijd van maatregelen bepaalt deels wat goede keuzes zijn. Uiteindelijk is het doel van deze methodiek om overheid en bedrijfsleven investeringen te laten maken die de leveringszekerheid echt vergroten.”

Strategische ketenafhankelijkheid wordt nu vooral bekeken vanuit EU-perspectief, maar Nederland spreekt daarin een duidelijk woordje mee. Daarom bevat de studie, naastcijfers en de analyse daarvan, ook nog een derde fase: evaluatie voor de Nederlandse import. Bastein: “Nederland is in sommige producten een belangrijke importeur en wereldspeler. Onze chemie is belangrijk, die bijvoorbeeld recent nog 5% van de mondiale platina-import voor haar rekening neemt om in te zetten als katalysator.”

Nieuwe markten

Deze eerste studie gaat over 21 productgroepen en bevestigt de kwetsbaarheid van de levering van materialen voor bijvoorbeeld computerchips en batterijen voor permanente magneten voor windturbines. Bastein: “Dit zijn de ‘usual suspects’, waarbij Azië en vooral China een belangrijke rol spelen. Maar laten we ons niet blindstaren op de grondstoffen, want het gaat ook vaak over productie van apparatuur in de gehele leveringsketen.”

Extra complex wordt het inschatten van de risico’s voor markten en producten in de toekomst, omdat we die nog nauwelijks kennen. Hoe zorgen we er bijvoorbeeld voor dat er voldoende elektrolyse-apparatuur beschikbaar komt om groene waterstof te kunnen maken uit water en groene stroom? Hoe komen we aan essentiële onderdelen voor onze kwantumcomputers?

Bastein: “Daarvoor kunnen we beschikken over de huidige databases, aangevuld met de kwalitatieve informatie uit interviews met experts. De risicoanalyse voor kwantumcomputers die we zo hebben gemaakt blijkt binnen die wereld al goed te zijn gevallen. Het biedt partijen zicht op waarin ze moeten gaan investeren om toekomstige kwetsbaarheden voor te zijn.”

De volgende fase

Het analyseren van de risico’s in leveringsketens staat nog maar net in de aandacht, en de kwetsbaarheid van onze economie kan nog een stuk beter in kaart gebracht worden”, vinden de experts. Rietveld: “We hebben hierin al wel een jaar of tien ervaring, maar dan vaak voor specifieke projecten.”

“We streven in een volgende fase naar het opzetten van een ‘Netherlands Materials Observatory’, waarin we de ketens en hun leveringsrisico’s continu gaan monitoren.” - Elmer Rietveld, onderzoeker bij TNO Vector

“Met onze kennis van technologie en van de ondergrond, dankzij onze Geologische Dienst, zou het logisch zijn dat TNO Vector verder kan werken aan onderzoek van ketenafhankelijkheid. Voor zowel bedrijfsleven als overheid zijn wij een betrouwbare partij om deze kennis uit te breiden met private databases en soms vertrouwelijke gegevens van bedrijven. Dat geeft de kwaliteit van dit soort onderzoek een enorme boost.”