Om de kloof te dichten moet de overheid veel steviger inzetten op R&D om private investeringen te genereren en zo uitvoering te geven aan het Draghi-rapport. Kennis en innovatie jagen niet alleen economische groei aan: ze zijn een noodzaak voor het oplossen van maatschappelijke uitdagingen en het borgen van onze welvaart, veiligheid, volksgezondheid en relevantie op het wereldtoneel.

Figuur 1: Ontwikkeling Nederlandse R&D intensiteit tot 2030
R&D heeft een multipliereffect
“Tal van studies hebben aangetoond dat hogere uitgaven aan R&D een multipliereffect hebben op de groei van je land. Het doel van de 3% is dat het een slinger geeft aan de economie, wat leidt tot nieuwe bedrijvigheid, werkgelegenheid en belastinginkomsten”, vertellen onderzoekers Jasper van Kempen en Hettie Boonman van TNO Vector.
TNO-studie als input voor actieplan richting 3% R&D
Deze analyse maakt onderdeel uit van het onderzoek dat TNO Vector heeft uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, onder de titel Nederlandse R&D-investeringen: naar 3% van het bbp in 2030. Het onderzoek geeft meerdere beleidsrichtingen om de private en publieke uitgaven aan R&D te verhogen voor de politiek en wordt later dit jaar gepubliceerd. Daarin onderzocht TNO Vector het gat tussen de 2,23 en 3% en brachten de onderzoekers in kaart hoe zich dat tussen nu en 2030 ontwikkelt en waarop de overheid haar pijlen de komende periode moet richten. Daarbij maakten zij mede gebruik van de TWIN-rapportages van het Rathenau-instituut over de door de rijksoverheid begrootte middelen voor R&D en innovatie.
Regressie toont impact van publieke R&D-financiering
Uit onderzoek van TNO Vector blijkt dat een stijging van de publieke R&D-financiering met 1 procentpunt leidt tot 0,8 tot 0,9 procentpunt extra R&D-financiering door bedrijven. Dit betekent dat overheidssteun bedrijven stimuleert om meer eigen financiering te verstrekken voor onderzoek en ontwikkeling. Een vergelijkbaar effect is gevonden in eerder onderzoek in het Verenigd Koninkrijk en Finland, waar ook blijkt dat publieke R&D-financiering bedrijven stimuleert om meer te financieren.
De regressieanalyse laat ook zien dat het door TNO Vector berekende totale gat tussen de Nederlandse R&D-financiering (in % van het bbp) en de 3%-norm oploopt tot 12,8 miljard euro in 2030. Als de huidige verhouding tussen publieke en private financiering gelijk blijft, is er van 2026 tot en met 2030 in totaal 14,9 miljard euro aan extra directe overheidsfinanciering nodig om de 3%-norm te halen. Daarnaast is in diezelfde periode 34,5 miljard euro aan extra private R&D-financiering vereist.
Inzet publiek geld trekt private middelen aan
Hoewel de totale financiering van R&D slechts voor ruwweg een derde van de overheid komt terwijl het bedrijfsleven twee derde voor zijn rekening neemt, mag de rol van de overheid dus niet worden onderschat. Zoals aangetoond is er namelijk een significante relatie tussen publieke en private financiering van R&D*. Elke procentpunt stijging van de publieke financiering van onderzoek en ontwikkeling leidt tot een bijna even grote stijging van de financiering door bedrijven aan R&D.
*In R&D-statistieken wordt onderscheid gemaakt tussen uitgaven aan en financiering van onderzoek. Uitgaven refereren aan de middelen die worden ingezet voor het doen van onderzoek binnen de eigen muren, met eigen of ingeleend R&D personeel; financiering verwijst naar de herkomst van de middelen.
Tijd voor verandering
“En andersom”, aldus de onderzoekers. “Het schrappen van het Nationaal Groeifonds is de belangrijkste oorzaak van de daling die we zien in de financiering van R&D. En deze daling zet bij ongewijzigd beleid door tot (tenminste) 2030. Zodra de overheid minder bijdraagt aan de financiering van R&D, loopt dus ook de private financiering terug. Publieke financiering is geen vervanging van private financiering, maar wakkert die juist aan. Een actieplan dat inzet op verandering in de financiering van R&D en het aanjagen van innovatie in Nederland door de Nederlandse overheid, zoals het Ministerie van Economische Zaken recent heeft gelanceerd, is dan ook hoog nodig.”
Consistent beleid nodig om groeiend gat te dichten
De vormgeving van het innovatiebeleid heeft daarbij zeer veel invloed. “Additionele publieke financiering van R&D zal volgens deze studie zeker leiden tot extra private financiering. Maar er is ook behoefte aan consistent beleid gericht op de lange termijn. Dit beleid moet het Nederlandse innovatiesysteem ondersteunen en aanvullende investeringen door private partijen stimuleren. In het bredere onderzoek, waar deze analyse deel van uitmaakt, wordt uiteengezet hoe de overheid innovatiebeleid effectief kan inzetten om structurele impact te realiseren.”
Wat Nederland kan leren van zijn buurlanden
Volgens Hettie en Jasper is het halen van de 3% R&D-norm niet onmogelijk: als gekeken wordt naar landen om ons heen, dan blijkt dat die de 3% R&D-norm wél halen. TNO Vector onderzocht eerder het R&D-beleid in België, Denemarken, Duitsland. Hier valt op dat de overheid een samenhangend beleid voert, wat zekerheid op termijn biedt voor het bedrijfsleven.
Ons land is goed in het snel en gedegen optuigen van speciale programma’s, zoals Beethoven voor de Brainport Eindhoven, maar het innovatiebeleid wisselt per kabinetsperiode. België stimuleert R&D al heel lang met fiscale maatregelen. Duitsland maakt langetermijnafspraken tussen de federale overheid en de deelstaten. De Deense overheid investeert sinds 2010 ieder jaar structureel 1% van het bbp in directe publieke financiering van R&D.
Tijd voor beter onderbouwd Nederlands R&D-beleid
“Daar zouden we een voorbeeld aan kunnen nemen. Die één procent in Denemarken heeft veel private financiering uitgelokt waardoor de 3% werd gehaald en het heeft veel innovaties en nieuwe bedrijvigheid opgeleverd. Nederland zit al sinds 2017 onder het Europese gemiddelde. Als een nieuw kabinet beter onderbouwd werk maakt van R&D-beleid en er 14,9 miljard euro extra in steekt, versterkt dat niet alleen onze economie, maar ook onze internationale innovatiepositie en concurrentiekracht.”
Rapport 'De Nederlandse R&D kloof groeit'
Hoe ver zijn we écht van de 3% R&D-doelstelling verwijderd? In opdracht van het ministerie van Economische Zaken onderzocht TNO hoe de Nederlandse uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling zich tot 2030 ontwikkelen en wat dat betekent voor ons innovatievermogen.