Energietransitie vraagt om ruimte
Het programma Ruimte voor Energie is nodig nu de rol van energie in de maatschappij aanzienlijk is veranderd. Een voorbeeld: bij het ontwerp van een nieuwe woonwijk of bedrijventerrein speelde energie-infrastructuur voorheen een kleine rol. Dat kon ook prima in de oude situatie in de energiesector. Energie werd in grote centrales opgewekt en via het elektriciteitsnet getransporteerd.
Door de energietransitie verandert de situatie voor een duurzaam energiesysteem sterk. Gevolg: keuzes over het energiesysteem en de energie-infrastructuur hebben (grote) invloed op ruimtelijke planning en op het energienetwerk.
Belangrijk daarom dat energie-ingenieurs (o.a. adviseurs, ingenieurs en projectleiders energie) en planologen de samenwerking zoeken. Dat zijn zij (nog) niet gewend. Met het programma Ruimte voor Energie willen we hier vanuit TNO Vector verbetering in brengen.
Klimaatpersconferentie Rob Jetten
Rob Jetten, demissionair minister voor Klimaat en Energie hield op 3 juli 2023 een klimaatpersconferentie. Daarin besprak hij onder andere de ruimtelijke uitdagingen die de energietransitie en veranderingen aan de energie-infrastructuur met zich meebrengen.
Jetten gaf aan dat het kabinet de komende jaren fysieke ruimte reserveert om de energietransitie in goede banen te leiden. Voor de opwekking en opslag van duurzame energie is veel ruimte nodig. Die is echter beperkt in Nederland, omdat natuur, landbouw, woningbouw en bedrijven ook ruimte nodig hebben.
“Breng de energiesector eerder aan tafel”
Wat zijn concreet de verbeterpunten waar het programma Ruimte voor Energie om draait? Nienke Maas, senior adviseur Energietransitie bij TNO Vector, legt uit: “De overheid heeft een aantal regio’s aangewezen die in de toekomst moeten groeien en verstedelijken.
De dichtheid van bebouwing moet omhoog, functies worden gecombineerd en de mobiliteitsbehoefte stijgt. Vaak komt het onderwerp energie pas aan bod als zulke plannen bijna klaar zijn. Rijkswaterstaat en het regionale waterschap zitten vanaf het begin aan tafel. Het zou enorm helpen als vertegenwoordigers van de energiesector op hetzelfde moment betrokken worden.”
Nienke Maas gaat verder: “Het is niet verwonderlijk dat de huidige situatie is zoals die is. In het verleden was het niet nodig om de energiesector in de ontwerpfase te betrekken. We hadden toen grote elektriciteitscentrales op een beperkt aantal plaatsen in het Land. En we gebruikten Gronings gas. Je hoefde als planoloog niet over het lokale energiesysteem en de bijbehorende infrastructuur na te denken.
Op weg naar decentraal energiesysteem
Nu en in de toekomst is het wél nodig om de energiesector vroeg te betrekken. Maas: “We werken in Nederland hard aan een overwegend decentraal energiesysteem. Een systeem met energie uit lokale bronnen en lokale opslag.
Vroeger was lokale energie-infrastructuur een kwestie van kabels en leidingen onder de grond. De nieuwe situatie vraagt om ruimte. En dat betekent dat het ruimtelijk ontwerp letterlijk en figuurlijk ruimte geeft aan energie. Vanuit het Programma Ruimte voor Energie geven we inzicht aan energie-ingenieurs en planologen. Zo weten zij waarmee ze rekening moeten houden als het gaat over energie.”
Instrumenten en hulpmiddelen
TNO Vector kan overheden, organisaties en marktpartijen helpen bij de nodige verandering. Nienke Maas: “We hebben niet alleen inhoudelijke kennis over energiesystemen in huis, maar snappen ook hoe besluitvorming en beleid werkt. Daarmee kunnen we alle stakeholders ondersteunen.”
Praktische vraagstukken worden vertaald naar instrumenten die de samenwerking tussen planologen en energie-ingenieurs verbeteren. Enkele voorbeelden:
- Interactieve kaarten met data over energie en ruimte, waarmee je kan tekenen en rekenen.
- Procesmodellen gericht op het besluitvormingsproces.
Maas: “We ontwikkelen de instrumenten door en testen ze in de praktijk, tijdens projecten waarbij we betrokken zijn. Al doende leren, dus.”
Complexiteit ruimtelijke planning
TNO Vector is op dit moment al met verschillende locaties in gesprek en bij verschillende projecten betrokken. Onder andere in Venlo, Groningen en Bergen op Zoom.
Maas: “We merken dat het vraagstuk leeft. Overheden willen beter voorbereid zijn en proactief kunnen inspelen op ruimtebehoefte vanuit het energiesysteem. In plaats van dat het ze overkomt. En soms krijgen we ook te horen dat de ruimtelijke planning op zichzelf al erg ingewikkeld is, zonder energie-infrastructuur als onderdeel. Het Programma Ruimtelijke Energie moet de complexiteit verminderen.”
Operationeel en strategisch niveau
Belangrijk is om het onderscheid tussen het operationele en strategische niveau te maken. De uitdaging om ruimte en energie te combineren in beleid liggen op beide niveaus.
Op operationeel niveau gaat het bijvoorbeeld over de vierkante of kubieke meters die windmolens en elektrolysers innemen. Op strategisch niveau gaat het over ruimtelijke en economische ontwikkeling.
Vraagstukken die op strategisch niveau spelen zijn onder andere:
- Waar breid je woonwijken of bedrijventerreinen uit, met het oog op opwekking en opslag van duurzame energie en aansluiting op het elektriciteitsnet?
- Welke functies wil bij voorkeur dicht bij elkaar plannen?
Culturen komen samen
Eén van de doelstellingen van het Programma Ruimte voor Energie is betere samenwerking tussen twee beroepsgroepen. Maas: “Het gaat ook om verschillende werkculturen.
Daarom bekijken we het ook vanuit menselijk perspectief. Wat voor taal spreken de verschillende partijen? Wat betekent dat voor de samenwerking tussen beleidsmakers en de energiesector? En hoe kunnen we bruggen slaan waar dat nodig is?
Door ook door die bril te kijken leren we welke informatie stakeholders nodig hebben. En hoe we het gesprek het beste aan kunnen gaan. Dat leidt uiteindelijk tot minder frustratie. En energie wordt eerder meegenomen in ruimtelijk ontwerp.”
Programma Ruimte voor Energie biedt perspectief
De ambitie van het programma Ruimte voor Energie is groter dan het agenderen van het probleem. Het programma, dat is gestart door de Topsector Energie, biedt perspectief aan partijen die betrokken zijn bij de energietransitie.
TNO Vector brengt in het programma technologische en technische knowhow samen met kennis van beleid en besluitvorming. We werken graag samen met partijen die zich bezighouden met ruimtelijk ontwikkeling en/of energiesystemen.
Maas: “Het Ministerie van Economische Zaken ziet ook het belang van de verbinding tussen regio, ruimte en energie en ze herkennen dat energie een structurele rol gaat spelen binnen de regio.”
Wil je meer weten over het programma Ruimte voor Energie? Of meedenken over ruimtelijk ontwerp en het toekomstig energiesysteem? Neem dan contact met ons op.