De innovatiekracht van goede wetten en regels


Wimar Bolhuis: Regels en wetten? Die worden vaak gezien als hindernissen voor innovatie en vernieuwing. Ze beperken de vrijheden en mogelijkheden van ondernemers en wetenschappers. Zo werken ze de vooruitgang van onze welvaart en welzijn tegen. Toch kan, tegen deze vooringenomenheid in, regelgeving af en toe júist een katalysator zijn voor financieel winstgevende én maatschappelijk waardevolle innovaties. Hier zijn meerdere redenen voor, waarvan ik er vijf beschrijf in deze reflectie.

1. Wetten en regels creëren een veilige omgeving voor innovatie

Ten eerste kan regelgeving een ‘veilige’ omgeving creëren waarbinnen innovaties beter gefinancierd en ontwikkeld kunnen worden. Dit ontstaat als regels zekerheden voor bedrijven vergroten en hun risico’s beperken. Vroege duidelijkheid over toekomstige markteisen kan een stimulans zijn tot meer experimenten met toekomstige bedrijfsmodellen. Dat kan weer leiden tot snellere doorontwikkeling van winstgevende toepassingen. De aanwezigheid van regels schept zo een beter innovatie- en ondernemersklimaat dan een regelvrije omgeving.

2. Regel- en wetgeving dwingen tot specialisatie in R&D

Op de tweede plaats dwingen nieuwe regels en wetten die innovatie een gewenste richting opsturen of juist onwenselijke afslagen blokkeren, tot een specialisatie in onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten (R&D). Tevens sporen ze bedrijven en overheden aan tot ondersteunend beleid om die innovaties echt te gaan gebruiken. Dit alles kan de rendementsverwachtingen van investeerders verhogen en hun risico’s beperken.

3. Specifiek innovatiebeleid leidt tot concurrentievoordeel Nederland en EU

Regelgeving die innovatieve activiteiten en kapitaalinvesteringen een specifieke focus geeft, kan zelfs resulteren in een geopolitiek concurrentievoordeel ten opzichte van landen met een meer generiek beleid. Dat specifieke beleid, het eerder een afslag kiezen, geeft een voorsprong.

Op een vergelijkbare wijze kan bepaalde wet- en regelgeving van de Europese Unie (EU) de financiële opbrengsten van R&D-investeringen én de maatschappelijke waarde van innovaties ontstaan in het EU-blok vergroten.

Immers, deze verhogen toetredingskosten tot de Europese markt voor innovaties ontwikkeld buiten de EU. Voor toegang tot 450 miljoen consumenten moeten deze namelijk voldoen aan EU-regulering.

Anu Bradford betitelde dit het ‘Brussel-effect’, met een enorme invloed op de mondiale productie en consumptie. Naast de klassieke mededingingsregels, bestrijdt dergelijke wetgeving machtsposities van bedrijven.

4. Regel- en wetgeving zorgen voor nieuwe markten, systemen en sociale normen

Sterker nog, als vierde kan regelgeving nieuwe markten, systemen en sociale normen doen ontstaan waardoor innovaties toch opeens gaan floreren. Nieuwe wettelijke kaders geven duidelijkheid, stabiliteit en voorspelbaarheid. Hierdoor kan er enerzijds een productieve ontwikkelingsorganisatie ontworpen en opgebouwd worden en anderzijds kan na stijgende maatschappelijke acceptatie de consumptievraag tot adoptie van een innovatie groeien.

Zeker als de regelgeving maatschappelijk waardevol en veilig gebruik van een bepaalde nieuwe technologie verzekert, waardoor de legitimiteit, de vraag van consumenten en producten, en de winstgevende opschaalbaarheid stijgen.

5. Wetten en regels vergroten maatschappelijke waarde van innovaties

Want, tot slot, waardengedreven regulering van technologische innovaties kan de maatschappelijke opbrengsten vergroten. Regels en wetten kunnen niet alleen beschermen tegen negatieve effecten van nieuwe technologieën, maar tevens de positieve maatschappelijke effecten ervan vergroten.

Dit is een publieke rol die heel de geschiedenis essentieel was en blijft, laten Daron Acemoglu en Simon Johnson zien in hun boek ‘Power and Progress Nu ziet men ook een positieve katalyserende werking van regulering ten aanzien van artificiële intelligentie-ethiek of duurzame productie- en consumptie, die leidt tot allerlei creativiteit en systemische vernieuwing.

Is regelgeving dan altijd goed? Nee, vanzelfsprekend niet. Zo is essentieel dat regels en wetten flexibel zijn en niet voorschrijven hoe activiteiten precies uitgevoerd moeten worden, maar bovenal waar de uitkomsten of gevolgen van innovatieve toepassingen aan moeten voldoen. Dit vermindert ook de nalevingskosten en de bureaucratische rompslomp voor innovatieve producenten en consumenten.

Bovenstaande impliceert dat experts op het gebied van bestuur, instituties en regelgeving heel belangrijk zijn om de grootste waarde te behalen uit technologische innovaties. Dit is een leerzame constatering, aangezien we uiteindelijk zoveel mogelijk financieel-economische én maatschappelijke waarde voor Nederland en Europa willen creëren uit technische vernieuwingen.

Hopelijk neem je dat inzicht mee uit deze reflectie: niet simpelweg minder, maar juist slimme juridische innovaties geven af en toe die noodzakelijke duwtjes die innovatiekracht vergroten.

Recente artikelen