Van analyse naar actie: hoe voorkomen we Europese zelfgenoegzaamheid?

9 december 2025

In een wereld die snel verandert en waarin geopolitieke, technologische en economische uitdagingen zich opstapelen, wil de Europese Unie concurrerend en welvarend blijven. De vraag hoe Europa zijn leiderschap behoudt en zijn toekomst in eigen hand houdt, werd in 2024 centraal gesteld in het rapport van Mario Draghi. Op verzoek van de Europese Commissie analyseerde hij welke structurele stappen nodig zijn om de Europese concurrentiekracht en strategische autonomie te versterken.

Deze week, ruim een jaar later, verschijnt het onafhankelijke advies van Peter Wennink – voormalig topman van ASML. De Nederlandse Ministerraad heeft hem gevraagd de belangrijkste inzichten uit Draghi’s werk te vertalen naar de Nederlandse context: waar zitten de structurele knelpunten, welke kansen zijn er voor ons toekomstige verdienvermogen en welke concrete keuzes en stappen zijn nu nodig? Zijn advies moet het toekomstige kabinet helpen om een helder en toekomstgericht economisch kompas te ontwikkelen.

Met Draghi’s analyse als fundament en Wenninks advies als vervolg ontstaat een cruciaal moment. De uitdaging is nu: hoe zorgen we dat de urgentie niet verloren gaat en we niet in zelfgenoegzaamheid vervallen, juist nu actie nodig is?

Transities mislukken bij een gebrek aan gevoelde urgentie

In transitieonderzoek zien we steeds hetzelfde patroon. Grote systeemveranderingen zoals digitalisering of industriële verduurzaming, stranden zelden op gebrek aan kennis. Ze mislukken vooral door het ontbreken van gevoelde urgentie. Drie mechanismen spelen daarin structureel mee:

  1. Zolang een crisis sluimert, blijft de bereidheid tot verandering beperkt.
    Veel transities voltrekken zich langzaam maar onafwendbaar. Denk aan klimaatverandering. Iedereen weet dat het urgenter wordt, maar zonder direct voelbare druk blijft actie beperkt.
  2. Pas als de pijn duidelijk voelbaar is, durven we impopulaire maatregelen te nemen. De coronacrisis liet dat zien.
    Pas toen de nood hoog was, konden overheid, wetenschap en bedrijven razendsnel schakelen. Maar zodra de druk afneemt, ontstaat er ruimte voor vertraging en terugval.
  3. Nationale belangen winnen het bijna altijd van collectieve lange-termijnlogica.
    Niet uit onwil, maar omdat instituties, financieringsstromen en politieke realiteit nationaal zijn georganiseerd. Terwijl waardeketens en technologische posities juist grensoverschrijdend zijn.

Juist deze drie patronen maken duidelijk waarom de stap van Draghi naar Wennink niet vanzelf gaat. Draghi heeft het speelveld scherp neergezet; Wennink moet helpen dat speelveld te vertalen naar uitvoerbare keuzes voor Nederland. En daarbij is mijn eigen observatie dat er veel wél is veranderd sinds 2024. Er is een sterker besef ontstaan dat we de puzzel Europees moeten leggen, dat we onze strategische autonomie moeten vergroten en dat innovatie een fundament is onder onze toekomstige welvaart. We zien bovendien dat er meer aandacht én middelen beschikbaar komen voor innovatie en opschaling.

Maar tegelijkertijd lopen we op cruciale onderdelen nog achter. Zo blijkt uit analyses van TNO dat Nederland nog steeds niet in de buurt komt van de afspraak om 3% van het bbp in onderzoek en innovatie te investeren. Daarmee blijven we achter bij de landen waarmee we willen concurreren – en ontstaat er een risico dat het nieuwverworven bewustzijn wordt verward met daadwerkelijk handelen.

Dat is precies waar zelfgenoegzaamheid op de loer ligt: wanneer het gevoel “we zijn op de goede weg” het zicht ontneemt op de structurele keuzes die nog moeten worden gemaakt. Het is dan ook essentieel dat de urgentie die Draghi blootlegde niet verdwijnt, maar richtinggevend blijft voor de keuzes die Wennink nu adviseert.

Wat betekent dit voor het vervolgtraject onder Wennink?

Nu het stokje van Draghi wordt overgenomen door Wennink, verschuift de vraag van analyse naar activering. Draghi liet zien wat er nodig is. Wennink zal moeten helpen bepalen hoe we dat ook werkelijk gaan doen.

1. Combineer de energie van nieuwe spelers met de macht van gevestigde partijen. 
De noodzakelijke versnelling vraagt zowel om de schaal en slagkracht van gevestigde organisaties als om de frisse blik, snelheid en scherpte van nieuwe spelers.

  • Nieuwe ondernemers en innovatieve bedrijven zien vaak eerder waar systemen vastlopen.
  • Hun kritische houding en verbeeldingskracht zijn geen detail, maar essentieel.
  • De aanbevelingen van Wennink kunnen alleen slagen als deze vernieuwende energie wordt verbonden met de kracht van bestaande instituties.


2. Creëer urgente verbeeldingskracht zonder te wachten op echte crises.
We moeten leren denken en handelen alsof we al midden in een industriële crisis zitten, zonder dat eerst alle signalen op rood hoeven te staan. Het gaat om het voelbaar maken van urgentie vóórdat systemen vastlopen. Instrumenten die daarbij helpen zijn onder meer scenario’s, transitiepaden en onderzoek naar control points en interventies – middelen die inzichtelijk maken waar keuzes het meeste effect hebben.

3. Bouw een gedeelde Europese richting – niet vele parallelle nationale versies ervan.
Ieder Europees land werkt aan het versterken van zijn eigen economische en technologische positie, maar doet dat vaak binnen nationale kaders. De grote transities vragen echter om een gedeelde koers. Het advies van Wennink heeft alleen impact als we landen meekrijgen in één gezamenlijk transitiekompas, in plaats van vele nationale varianten die elkaar overlappen of tegenwerken. Dat vraagt om diplomatie, om keuzes durven maken en om helderheid over waar we onze kennis- en innovatiepositie echt willen verdiepen.

Van inzicht naar actie

De overgang van Draghi naar Wennink is geen formele estafette tussen twee documenten, maar een kritieke fase in een groter transitieproces. Draghi heeft de analyse geleverd; Wennink moet het handelingsperspectief aanscherpen.

De echte vraag is nu: hoe voorkomen we dat we achteroverleunen nu de analyse er ligt?Als we één les meenemen uit transitieonderzoek, dan is het deze: Transities versnellen alleen als urgentie voelbaar wordt, samenwerking echt Europees is en we ruimte geven aan vernieuwende stemmen die ons scherp houden.

*Bij de totstandkoming van deze reflectie is gebruik gemaakt van Microsoft Copilot, gebaseerd op GPT-4, 2025.

Recente artikelen