Veiligheid en duurzaamheid: een slimme én-én benadering

23 oktober 2025

Klimaatverandering en geopolitiek worden vaak los van elkaar beschouwd, en soms zelfs als tegengesteld: duurzaamheid als lange-termijnuitdaging, veiligheid als urgent korte-termijnvraagstuk. Door ze te verbinden, wordt investeren in duurzaamheid óók investeren in veiligheid, en vice-versa. Zo vergroot versnelling van de energietransitie via decentrale systemen en gedragsverandering de weerbaarheid, terwijl militaire innovaties – zoals zelfvoorzienende bases – klimaattoepassingen kunnen versterken.

Het is geen óf-óf, maar én-én

In deze bijdrage laat ik zien dat veiligheid en duurzaamheid – ondanks blijvende spanningen – goed samengaan, mits er wordt ingezet op innovatieve governance-oplossingen. Ik illustreer dit aan de hand van een concrete casus: het versnellen van defensie-gerelateerde projecten in Europa, de toenemende ruimtebehoefte van Defensie in Nederland en de zorgen die daarover in de regio bestaan vanuit milieu- en gezondheidsperspectief.

“Veiligheid en duurzaamheid gaan – ondanks blijvende spanningen – goed samen, mits er wordt ingezet op innovatieve governance-oplossingen.’’

Prof. dr. Martijn Groenleer, Principal Scientist in Governance of Societal Innovation, TNO Vector & Tilburg University

Europese versnelling van defensieprojecten

Onder invloed van het snel veranderende geopolitieke klimaat zijn veiligheid en defensie in korte tijd uitgegroeid tot topprioriteiten voor de Europese Unie.

In maart 2025 presenteerde de Europese Commissie een alomvattende strategie om de Europese paraatheid op defensiegebied te versterken. Een belangrijk onderdeel hiervan is het ReArm EU / Readiness 2030 investeringsplan, dat erop gericht is de industriële defensiebasis van de EU te versterken. Dit wordt gedaan met extra financiering, betere coördinatie, gezamenlijke aanbestedingen en stimulering van innovatie.

Als eerste stap introduceerde de Commissie in juni 2025 de zogeheten Defence Readiness Omnibus: een pakket maatregelen om regelgeving te vereenvoudigen en de defensie-industrie te ondersteunen. Een belangrijk onderdeel hiervan is een verordening die vergunningsprocedures voor defensie-gerelateerde projecten – zoals nieuwe productiecapaciteit of de uitbreiding van oefenterreinen – aanzienlijk moet versnellen.

Volgens de Commissie is het versnellen van procedures niet alleen nodig voor de veiligheid van huidige en toekomstige generaties, maar ook het stimuleren van technologische innovatie, Europese concurrentiekracht, regionale ontwikkeling en economische groei. Dit vraagt om betere coördinatie en samenwerking – tussen lidstaten onderling, maar ook binnen landen zelf.

Ruimte voor defensie in Nederland

Veiligheid en defensie staan ook in Nederland hoog op de politieke agenda. Veel politieke partijen geven in hun verkiezingsprogramma’s aan te willen investeren in personeel en materieel.

In juli 2023 ging het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) van start. Defensie heeft namelijk niet alleen behoefte aan extra personeel en materieel, maar ook aan meer fysieke ruimte. Het gaat daarbij onder meer om kazernes, opslagfaciliteiten, laagvlieggebieden en oefenterreinen. Binnen het NPRD wordt gezocht naar de meest geschikte locaties om in deze uiteenlopende ruimtebehoeften te voorzien.

De beschikbare ruimte in Nederland is schaars. Er is een grote en groeiende vraag naar ruimte, niet alleen voor defensie, maar ook voor woningbouw, natuurontwikkeling en de energietransitie. De belangen van defensie moeten zorgvuldig worden afgewogen tegen andere maatschappelijke belangen om tot een evenwichtige verdeling van de ruimte te komen. De uiteindelijke beslissingen hierover worden door het kabinet genomen.

Zorgen om duurzaamheid in de regio

Hoewel defensie in eerste instantie een nationale bevoegdheid is, kunnen de door de Europese Commissie voorgestelde maatregelen ook gevolgen hebben voor het provinciale en lokale niveau, net zoals dat nu al het geval is bij het NPRD.

Op provinciaal en lokaal niveau wordt in Nederland het belang van versnelde procedures en de behoefte aan extra ruimte voor defensie-gerelateerde projecten erkend – zowel vanuit veiligheids- en defensieoverwegingen als vanuit economisch perspectief. Volgens het Huis van de Nederlandse Provincies kunnen provincies en gemeenten bovendien, bijvoorbeeld via regionale samenwerkingsverbanden of innovatieclusters, profiteren van aanvullende financiering voor projecten in het kader van de Europese maatregelen.

Tegelijkertijd bestaan er zorgen over de mogelijke afwegingen tussen het versnellen van defensie-gerelateerde projecten en het waarborgen van milieu- en gezondheidsbescherming. Provincies en gemeenten spelen een centrale rol bij ruimtelijke vraagstukken en bij de milieuvergunningverlening. Er is een risico dat versnelde procedures of verruimde uitzonderingsmogelijkheden ten behoeve van ‘defensieparaatheid’ ten koste gaan van de zorgvuldigheid van milieueffectbeoordelingen, met mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid en de externe veiligheid.

Innovatieve governance-oplossingen

Dit roept de vraag op: is het mogelijk om veiligheid en duurzaamheid met elkaar te verbinden – met andere woorden, om het mes aan twee kanten te laten snijden? In deze bijdrage pleit ik voor een pragmatische benadering, waarbij innovatieve governance-oplossingen centraal staan.

Een goed voorbeeld op het gebied van ruimtevraagstukken en het versnellen van defensie-gerelateerde projecten is de voorgenomen samenwerking tussen Staatsbosbeheer en Defensie. Staatsbosbeheer, beheerder van natuurgebieden in Nederland, stelt ruimte beschikbaar aan Defensie. Tegelijkertijd wordt de natuur versterkt, bijvoorbeeld door natuur elders te compenseren, en door kennis uit te wisselen op het gebied van natuurbeheer en biodiversiteit, maar ook door defensieterreinen zo te ontwerpen en bouwen dat ze in de toekomst een andere functie kunnen vervullen.

Een ander voorbeeld is de al bestaande samenwerking tussen Rijkswaterstaat en Defensie om geluidsoverlast van overvliegende helikopters bij Vliegbasis Gilze-Rijen te verminderen. Rijkswaterstaat brengt expertise in op het gebied van gevelisolatie, opgedaan bij woningen langs snelwegen, spoorlijnen en luchthavens. Om de leefbaarheid in de omgeving te verbeteren werkt Defensie bovendien samen met omwonenden, een stichting tegen geluidsoverlast en de gemeente Gilze-Rijen.

Nog een ander voorbeeld is de nieuwe NAVO-norm. Die kan ten koste gaan van het klimaat, bijvoorbeeld door hogere CO₂-uitstoot en minder middelen voor klimaatbeleid door stijgende defensie-uitgaven. Tegelijk kan ze de energietransitie stimuleren. Investeringen in infrastructuur die nodig is om in oorlogstijd troepen te verplaatsen – zoals havens, bruggen, wegen en spoorlijnen – bieden kansen voor onderhoud én duurzame innovaties. Omdat veel infrastructuur in publieke handen is, kunnen overheden – ook provincies en gemeenten – hier via aanbestedingen gericht op sturen.

Brede welvaart als uitgangspunt

Wanneer brede welvaart, voorbij economische groei alleen, als uitgangspunt wordt genomen, kunnen veiligheid en duurzaamheid worden geïntegreerd in één samenhangende strategie. Dat betekent niet dat beide belangen altijd volledig verenigbaar zijn, of dat alle spanningen daarmee verdwijnen – niet die tussen de korte en lange termijn, en ook niet die tussen verschillende bestuurslagen.

In de casus van het versnellen van defensie-gerelateerde projecten hoeft duurzaamheid niet ondergeschikt te zijn aan veiligheid. Met een doordachte aanpak kunnen verschillende waarden en belangen op slimme wijze met elkaar worden verbonden, en hoeven we spanningen niet te negeren of te blijven hangen in complexiteit.

Recente artikelen