Aanpak energiearmoede gaat verder dan pleisters plakken

In 2022 kampten in Nederland 1 op de 13 huishoudens met energiearmoede. Het is in korte tijd een groot maatschappelijk probleem geworden waar verschillende verantwoordelijke partijen op verschillende manieren mee omgaan. Een versnipperde aanpak dus. De grote vraag: wat is nodig voor een succesvolle samenwerking en integrale aanpak van energiearmoede?

Wat is energiearmoede?

Energiearmoede is niet nieuw. Het begrip staat sinds 2018 in de Dikke van Dale en ook in de jaren daarna was het een probleem. 7 procent (550 huishoudens) van de huishoudens in Nederland kampt met energiearmoede. Dat komt neer op 550 000 huishoudens. Bij bijna de helft daarvan ging het om een combinatie van meerdere factoren:

  • Relatief laag inkomen
  • Matig of slecht geïsoleerde woning
  • Hoge energietarieven en een hoge energierekening

Dat was dus nog vóór corona, vóór de oorlog in Oekraïne en vóór de hoge inflatie dit probleem nog groter en urgenter maakten.

Geen integrale aanpak energiearmoede

Dat steeds meer huishoudens door de energierekening in de problemen komen, was dus te voorzien. Dat zorgt er mede voor dat de aanpak van energiearmoede nu heel hoog op de prioriteitenlijst van het Rijk, provincies, gemeenten en woningcorporaties staat.

De overheid nam tot dusver vooral financiële maatregelen tegen energiearmoede. Zonder deze compensatie zou het aantal energiearme huishoudens ten opzichte van 2020 zijn verdubbeld tot ruim één miljoen. Alle betrokkenen zijn zich ervan bewust dat er meer moet gebeuren. En er wordt ook al volop aan gewerkt.

Alleen gebeurt dit nu op veel verschillende plekken en op veel verschillende manieren. De maatregelen en gekozen methodes zijn versnipperd en daardoor verre van effectief. Dit terwijl er juist snel een structurele aanpak van energiearmoede moet komen die voorkomt dat meer huishoudens (verder) in de problemen komen.

Ouderwets de straat op vanwege de AVG

Neem de gemeenten. Hoewel ze daar met man en macht werken om de effecten van hogere energieprijzen te dempen en huishoudens uit de wind te houden, blijkt uit ons onder 149 gemeenten dat beleidsambtenaren tegen allerlei uitvoeringsproblemen aanlopen.

De gemeenten zijn een voorbeeld van de versnipperde aanpak van energiearmoede. Hoewel ze met man en macht werken om de effecten van hogere energieprijzen te dempen en huishoudens uit de wind te houden, blijkt uit ons onderzoek naar energiearmoede in Nederland onder 149 gemeenten dat beleidsambtenaren allerlei uitvoeringsproblemen tegenkomen:

  • Personeelstekorten
    Ook gemeenten hebben last van personeelstekorten.
  • Wetten en regels
    Door belemmerende wet- en regelgeving is het lastig voor woningbouwcorporaties om hun panden sneller te isoleren.
  • AVG (GDPR) en privacy
    Het is technisch mogelijk om via data-analyse precies díe huishoudens te identificeren die een hoger risico lopen. De AVG (GDPR) is helaas een barrière. In de gemeente Rotterdam zijn ze om die reden zelfs ouderwets de straat op gegaan.

Groeiende kloof

Zoomen we verder uit, dan zien we nog een ander groot probleem: er is geen overeenstemming over het begrip energiearmoede. Een paar jaar geleden werd het vooral gezien als een armoedeprobleem dat direct verband houdt met het besteedbare inkomen. Inmiddels is voor iedereen duidelijk dat de staat van de woning een niet te onderschatten rol speelt.

Bewoners van slecht geisoleerde woningen lopen meer kans op energiearmoede dan mensen met hetzelfde besteedbare inkomen die wel in een goed geïsoleerde woning wonen.

Toch speelt het besteedbaar inkomen ook een belangrijke rol. Huishoudens die meer te besteden hebben, kunnen makkelijker isolatiemaatregelen nemen. Als zij daarnaast ook nog zonnepanelen en een warmtepomp laten installeren, hoeven zij zich geen zorgen meer te maken over hun energierekening.

Ook laat ons onderzoek zien dat momenteel bijna 1 op de 6 huishoudens in Nederland een woning met lage energetische kwaliteit hebben, maar daar op eigen kracht niets aan kunnen veranderen. Dit omdat ze geen zeggenschap hebben over de woning of onvoldoende financiële middelen.

In totaal gaat het om ruim 1,4 miljoen huishoudens die op dit punt dus niet actief kunnen deelnemen aan de energietransitie en die momenteel ook nog geen zicht hebben op structurele maatregelen tegen energiearmoede.

Zoomen we verder uit, dan zien we nog een ander groot probleem: er is geen overeenstemming over wat het begrip energiearmoede precies inhoudt. Een paar jaar geleden werd het vooral gezien als een armoedeprobleem dat direct verband houdt met het besteedbare inkomen. Maar inmiddels is voor iedereen duidelijk dat de staat van de woning een niet te onderschatten rol speelt.

Huishoudens met huishoudens met hetzelfde besteedbare inkomen die wel een goed geïsoleerde woning hebben.

Aan de andere kant speelt het besteedbaar inkomen nog altijd een belangrijke rol. Huishoudens die meer te besteden hebben, kunnen makkelijker isolatiemaatregelen nemen. Als zij daarnaast ook nog zonnepanelen en een warmtepomp laten installeren, hoeven zij zich geen zorgen meer te maken over hun energierekening.

Ondertussen laat ons onderzoek zien dat momenteel bijna 1 op de 6 huishoudens in Nederland een woning met lage energetische kwaliteit hebben, maar daar op eigen kracht niets aan kunnen veranderen omdat ze geen eigen zeggenschap hebben over de woning of onvoldoende financiële middelen.

In totaal gaat het om ruim 1,4 miljoen huishoudens die op dit punt dus niet actief kunnen deelnemen aan de energietransitie en die momenteel ook nog geen zicht hebben op een structurele oplossing voor dat probleem.

Een armoede- én verduurzamingsprobleem

Bij het bepalen van het begrip energiearmoede is het dus belangrijk om niet alleen naar de energierekening en het besteedbaar inkomen te kijken. Ook de staat van de woning speelt een rol. Met andere woorden: energiearmoede is een armoedeprobleem én een verduurzamingsprobleem.

Aanpak energiearmoede vraagt om betere samenwerking

Het goed in beeld brengen van het probleem is de eerste stap naar een succesvolle integrale aanpak van energiearmoede. Een structurele aanpak, voor meerdere jaren, waarin diverse overheidslagen en beleidsdomeinen beter samenwerken dan nu het geval is.

Het verbeteren van de samenwerking tussen overheden en andere partijen is ook nodig. Denk aan woningbouwcorporaties, huiseigenaren, bouw- en installatiebedrijven en leveranciers van duurzame oplossingen. Het zou enorm helpen als het al deze partijen lukt om op een toegankelijke manier knelpunten, oplossingsrichtingen en praktijkervaring met elkaar te delen. En dan niet alleen nationaal, maar vooral ook op provinciaal, regionaal en lokaal niveau.

"Als verschillende partijen verschillende aanpakken hanteren, ontstaat er een versnippering die juist averechts werkt." - Diana Vonk Noordegraaf, Senior consultant Strategie en Beleid

Een gezamenlijke missie

Hoe je al die verschillende partijen bij elkaar krijgt? Amber Geurts, onderzoeker Innovatiebeleid bij TNO: "Het zou enorm helpen om een missiegedreven ecosysteem in het leven te roepen dat zich focust op energiearmoede. Dat systeem kan een belangrijke bijdrage leveren aan een gedeelde kennisinfrastructuur, samenwerking binnen en tussen regio’s en het opschalen van oplossingen."

"Een missie is gericht op het oplossen van een maatschappelijk probleem, en stimuleert innovatie en samenwerking voor een specifiek, gezamenlijk doel. Een ecosysteem stimuleert weer een nauwere samenwerking tussen organisaties en mensen om samen op zoek te gaan naar een aanpak voor energiearmoede in Nederland."

"Door samen het probleem te analyseren en oplossingsrichtingen te onderzoeken en in de praktijk te testen, ontstaat er een snelle leercurve en kan een beproefde aanpak sneller worden opgeschaald."

Meer regie, betrokkenheid en afstemming

In de publieke campagne over energiearmoede gaf het Rijk vorig jaar aan dat gemeenten in actie zouden komen. Dat zorgde voor druk bij gemeenten. Het helpt niet dat de budgetten, bestedingstermijnen en rijksplannen nog in ontwikkeling zijn.

Gemeenten gaven in ons onderzoek dan ook aan dat ze het Rijk echt nodig hebben bij de aanpak van energiearmoede en dat ze graag meer regie, betrokkenheid en afstemming tussen het Rijk en de gemeenten zouden zien. Gemeenten willen verder gaan dan ‘pleisters plakken’ en willen bij de aanpak van energiearmoede niet elke keer opnieuw het wiel uitvinden.

‘Haast je langzaam’

"Bij een complex probleem als energiearmoede is het goed om er eerst vanuit een helikopterperspectief naar te kijken en een systeemanalyse te maken", zegt Diana Vonk Noordegraaf, senior consultant Strategie en Beleid bij TNO.

"En ja, ik weet het, dat gaat gevoelsmatig in tegen de neiging om snel in actie te komen. Het gaat immers om een urgent probleem. Maar als verschillende partijen het probleem op verschillende manieren oplossen, ontstaat er versnippering die juist averechts werkt."

"Ons advies is dan ook: haast je langzaam. Want het gezamenlijk opstellen van een strategisch meerjarenplan waarin alle overheden en betrokkenen hun rol pakken, kost in het begin weliswaar extra tijd. Maar dit is wel noodzakelijk om tot een grondige gezamenlijke aanpak te komen die integraal en effectief is."

Aanpak van energiearmoede in Nederland: 4 aanbevelingen

  1. Inspirerende missie
    Formuleer een inspirerende missie met een overkoepelende en samenhangende aanpak van energiearmoede in Nederland. Zo weten alle de beleidsdomeinen en partijen (nationaal, provinciaal, regionaal en lokaal) waar ze gezamenlijk naar toe werken. Dit helpt om belangen en maatregelen tussen overheden en beleidsterreinen te stroomlijnen. Daarmee kunnen beleidsmakers beleid opbouwen, agenda’s ontwikkelen en initiatieven opzetten die op korte én langere termijn bijdragen aan de aanpak van energiearmoede in Nederland.
  2. Georganiseerde coördinatie
    Een goed georganiseerde coördinatie is een essentieel onderdeel van een samenhangende, domeinoverstijgende aanpak.
  3. Regionale missiegedreven ecosystemen
    Ontwikkel regionale missiegedreven ecosystemen die zich op  dit probleem concentreren. Als verschillende partijen nauw met elkaar samenwerken, wordt het makkelijker om focus te brengen in de aanpak van energiearmoede. Op die manier dichten we het ‘tactische gat’ tussen strategische doelen en operationele maatregelen. Daarnaast helpt betere samenwerking bij het opbouwen van de kennisinfrastructuur en het opschalen van succesvolle oplossingen.
  4. Monitoren en bijsturen - adaptive governance
    Pas adaptive governance toe: monitor ontwikkelingen in de samenleving en stem het beleid daar op af, ook tussentijds. Dat bijsturen helpt om goed met onzekerheden om te gaan én koersvast te blijven.

Meer weten? Neem contact met ons op

Koen Straver

Consultant, social scientist

Amber Geurts

Research Scientist Innovation, Technology en Policy

Xander van Tilburg

Senior researcher energy and climate policy

Diana Vonk Noordegraaf

Senior consultant strategy and policy