Meer lezen over digitale strategische autonomie?
Gerichter beleidskeuzes maken
'Inzicht in de kosten en baten van beleidsmaatregelen die de positie van Europa en Nederland in het digitale domein moeten versterken, helpt gerichter strategisch keuzes te maken. We zijn erg afhankelijk geworden van een beperkt aantal niet-Europese leveranciers voor allerlei vormen van digitalisering op verschillende technologielagen zoals de digitale infrastructuur, chips, cloud infrastructuren, de datalaag en ga zo maar door.
We hebben nu een begin gemaakt met het in kaart brengen van kosten en baten van een van de lagen, namelijk de Europese infrastructuur voor het delen van data, met een focus op Common European Data Spaces CEDS', vertellen TNO-onderzoekers Claire Stolwijk en Carine van Oosteren.
Strategische autonomie vergroten
Deze Common European Data Spaces bieden een alternatief voor big-tech, omdat meer dan 90 procent van alle Europese data op Amerikaanse servers is opgeslagen. Een eigen Europese infrastructuur voor het gebruiken en delen van data vergroot de strategische autonomie van de EU-lidstaten.
Burgers, bedrijven, overheden en andere organisaties hebben hiermee betere toegang tot en controle over hun data. Ook moeten Common European Data Spaces Europese waarden waarborgen, zoals gelijkwaardigheid, het recht op privacy en het toegankelijker maken van data.
Methode verfijnen
Voor het in kaart brengen van kosten en baten van maatregelen wil TNO de zogeheten "maatschappelijke kosten-baten analyse" (mkba) gebruiken, een veelgebruikte methode om de gevolgen en risico’s van beleidskeuzes inzichtelijk te kunnen maken. De kwalitatieve effecten worden vertaald in euro’s om kosten en baten te kunnen afwegen.
'Dat is bepaald geen simpele exercitie', zeggen Claire en Carine. 'Het digitale domein is veel minder tastbaar dan bijvoorbeeld fysieke infrastructuur en er worden diverse beleidsinstrumenten ingezet zoals wetgeving en R&D investeringen.
De impact van deze instrumenten is niet altijd één op één aan een specifieke technologie toe te rekenen en dat maakt het lastiger om per technologielaag precies de kosten en de baten van de maatregelen vast te stellen. We gaan hierover dan ook graag in gesprek met externe experts uit het bedrijfsleven en beleidsmakers in Den Haag en Brussel. We hebben hun hulp nodig om de methode te kunnen verfijnen.'
Regelgeving en industriepolitiek
Volgens Claire en Carine is het de vraag hoe onafhankelijk Europa kan worden van de VS en China. Hoe dan ook is het verstandig dat Nederland en de EU blijven inzetten op twee speerpunten: regelgeving en industriepolitiek.
Succesvolle voorbeelden van het eerste speerpunt zijn de Algemene verordening gegevensbescherming (GDPR), de verordening digitale markten (DMA), de AI- en de Chips-act. Ook het verplicht stellen van usb-c voor computers, tablets en smartphones heeft laten zien dat de EU via regelgeving mondiaal invloed kan uitoefenen.
Verder investeert de EU gericht in technologieën, zoals productie van chips op eigen bodem, om minder afhankelijk te worden van enkele landen of bedrijven buiten ons continent.
Betere onderbouwing
'Al deze ontwikkelingen maken het noodzakelijk kosten en baten van specifieke maatregelen goed in beeld te krijgen. Dat moet ertoe leiden dat beleidsmakers en de politiek beter onderbouwde keuzes kunnen maken.
In gesprek met overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen willen we de toepassing van kosten-batenanalyses in het digitale domein verder ontwikkelen om uiteindelijk beter onderbouwde beleidskeuzes voor digitale strategische autonomie mogelijk te maken.'